c’t webdev 2025: AI schuift naar het hart van front-end

Eind november 2025 vond in Keulen de internationale c’t-webdev-conferentie plaats, speciaal gericht op front-end­ webdevelopers. Verspreid over twee dagen werden zij via een aantal plenaire en parallelle sessies bijgepraat over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van front-end development.

Het onderwerp AI was uiteraard prominent aanwezig. AI kan de rol van developers transformeren, zoals uit de keynote van Daniel Sogl bleek. Worden developers overbodig, of biedt AI juist nieuwe kansen? AI-tools kunnen het dagelijks werk in ieder geval veranderen, waarvoor andere skills nodig zijn.

Bij c’t-webdev kwam ook aan de orde hoe je AI-agents kunt programmeren die meer kunnen dan simpele chatbots. Niet verwonderlijk dus dat het Model Context Protocol regelmatig genoemd werd, zoals bij de lezing van Max Marschall, om AI modulair, testbaar en vooral begrijpelijk te kunnen implementeren.

Bij de lezing van Eva Feigl over het meten van User Experience blijkt dat daar vaak verkeerd naar wordt gekeken. Een nadruk op kliks en pageviews heeft vaak wat weg van ‘vanity metrics’: meten om te meten, zonder dat duidelijk is wat de resultaten inhouden en welke conclusies je eruit kunt trekken. Dergelijke semi-kwantitatieve data leveren geen UI-inzichten op. Daarvoor zijn meer kwalitatieve UX-gegevens nodig om het gebruikersgedrag te begrijpen. Met een combinatie van die twee zijn beter onderbouwde resultaten mogelijk.

Vicky Pirker kwam daar bij haar lezing op terug: front-enddevelopers moeten bij het programmeren van interfaces vooral empathie tonen. Zij moeten zich verplaatsen in de gebruikers en hun gedachtengang begrijpen. Zeker in tijden waarin AI op allerlei vlakken een rol gaat spelen, is UX niet alleen meer ‘nice to have’, maar een essentieel onderdeel.

Bij de lezing van Vicky een dag eerder ging het over het krijgen en geven van feedback door developers en leads, waarbij zij het Ikea-effect introduceerde: mensen schatten hun zelfgemaakte producten hoger in dan die van anderen – een factor waarmee je bij het geven van feedback rekening mee moet houden.

Daarnaast waren er nog lezingen die wat meer low-level op webdevelopment ingingen, zoals die van Martina Kraus, die niet alleen uitlegde waarom tokens in een browser opslaan een slecht idee is, maar dat ook liet zien.

Katja Potensky demonstreerde een aantal lay-outsituaties die vaak met JavaScript worden opgelost, maar die universeler en beter aanpasbaar met CSS kunnen worden aangepakt. Zij heeft naar eigen zeggen de uitdrukking ‘liever lui dan moe’ tot een kunst verheven. In haar optiek kun je namelijk door slim en doordacht te programmeren jezelf veel moeite besparen. Het werken met kleurnamen als red en green is bijvoorbeeld een no-go: definieer op een centrale plek een variabele met een kleurcode en gebruik verder alleen die variabele als parameter. Met één aanpassing kun je dan de kleuren overal wijzigen – bijvoorbeeld voor een licht of donker thema.

Met al die verschillende lezingen bood c’t-webdev 2025 een uitgebreid en divers programma voor de front-enddeveloper, niet alleen om technisch bijgepraat te worden, maar ook om een blik op de toekomst van UX en UI te krijgen.